ZOMEREXPO 2011 Gemeentemuseum Den Haag |
|||
De Zomerexpo 2011 is voorbij, een goed moment voor een terugblik. Ik kijk er met tevredenheid op terug want mijn werk hing er prima, naast een wonderschoon portret. Het is voor mij de eerste keer dat een werk van mij is tentoongesteld in een museum en dat het aandacht kreeg in de media. Dat is een fenomeen op zich. Dat een kunstwerk een eigen dynamiek en verhaal krijgt zodra het in de schijnwerpers staat is niet zo vreemd - dat moet ook - maar de receptie van het werk is op z'n zachts gezegd merkwaardig te noemen. De manier waarop er tot nu toe over is geschreven (Volkskrant 22-07-2011 en villalarepubblica.web-log.nl) en gesproken (Avro’s Kunstuur 09-07-2011) sluit niet aan bij mijn eigen gedachten over het werk. Daarom wil ik hier mijn observaties met het publiek delen en meer achtergrondinformatie geven over het schilderij. Daarnaast zal ik ook iets vertellen over de indruk die de tentoonstelling op me heeft achtergelaten. Allereerst wil ik iets kwijt over de opmerking van jurylid Liesbeth Brandt Corstius, die zij op een later moment in de uitzending van Avro's kunstuur maakte. Ze vergeleek me met Henri Rousseau (Le Douanier). Dat beschouw ik als een groot compliment. Het is een kunstenaar waar ik een grote bewondering voor koester en waar ik me in bepaalde opzichten verwant mee voel. De thema’s waarop deelnemers voor de Zomerexpo 2011 zich konden inschrijven zijn stilleven, landschap en portret. Ook al valt het doek in kwestie 'Adam in de boom van kennis van goed en kwaad' niet in één van die categorieën, toch leek het me zeer toepasselijk om in te zenden want het bevat alle drie. Kenners zullen het werk echter eerder scharen onder de categorie historiestuk. En eigenlijk is de aloude term conversatiestuk een nog betere en sympathiekere term. Kenmerkend aan een historiestuk of conversatiestuk is dat het beeld allerlei elementen bevat die tezamen een narratieve structuur vormen. Beeldelementen als kleur, licht, vorm, lijn, verfbehandeling, -textuur, figuur, objecten, ruimtelijkheid, perspectief, etc. zijn in een specifieke compositie gebracht. Er is sprake van een gecomponeerd beeld waarbij de verbanden die de elementen met elkaar aangaan de mogelijkheid vormt voor de betekenissen die eraan gegeven kunnen worden. Historiestukken worden tegenwoordig niet meer gemaakt. In die zin is het Adamdoek een vreemde eend in de bijt op de tentoonstelling. Ook al is het doek geen historiestuk in klassieke zin, toch denk ik dat juist de principes die er aan ten grondslag liggen een grote creatieve en cognitieve potentie hebben. Wat me in die zin ook opviel aan de tentoonstelling is dat de fotografische blik domineert, ook in veel schilderijen, en dat de schilderkunstige blik tanende is. Bovendien was de tentoonstelling in het algemeen, in letterlijke zin vrij kleurloos. Toen het Adamdoek door de voorrondes was gekomen voor de expositie werd ik gevraagd om in 150 woorden iets te vertellen over het werk voor de catalogus. Hier volgt de volledige tekst. Midden in de tuin van mijn ouderlijk huis staat een oude (hoogstam) appelboom. Deze boom heb ik gebruikt voor dit schilderij. Die boom staat voor het paradijselijke van mijn jeugd. Ik heb de boom verplant naar Amsterdam waar ik nu woon. Dat is te herkennen aan de Nicolaaskerk rechts onderaan in het schilderij. De Chinees en de verschillende vruchten in de boom duiden op de multiculturele diversiteit van de stad, maar tegelijkertijd ook op de vergeetachtigheid aan een rijke, culturele traditie. Natuurlijk is dit mijn eigen duiding van het schilderij. Het kan evengoed een andere krijgen. Zo zou het iets kunnen zeggen over genetische manupilatie in relatie tot oorsprong in denken bijvoorbeeld. Het is uiteindelijk aan de kijker om zijn of haar betekenis aan de voorstelling te geven. Velen die dit lezen zullen er niet meteen raad mee weten. Daarom is een nadere toelichting wel op zijn plaats. In diezelfde periode, dat ik tekst moest aanleveren, speelde de kwestie over ritueel slachten in het parlement. Deze discussie heb ik met grote verbazing gevolgd. En nu vraag je je misschien af wat dat te maken heeft met het schilderij. In principe niet zo veel maar toch is deze kwestie exemplarisch voor heel veel ontwikkelingen in onze maatschappij en kan het daarom goed illustreren wat ik bedoelde met 'de vergeetachtigheid aan een rijke, culturele traditie' en hoe dit aspect zichtbaar is in het Adamdoek. Ik zal het hierna uitleggen. Voordat ik hierop terugkom is het van belang om stil te staan bij de manier waarop betekenis tot stand komt in relatie tot een schilderij. Omdat ik denk dat betekenissen niet in een voorstelling vastliggen maar ontstaan door de interactie met de beschouwer kunnen betekenissen telkens opnieuw ontstaan. Dat vergt van de toeschouwer in eerste instantie een open houding maar vooral ook een actief denk- en kijkgedrag. Het is daarbij de kunst om ver voorbij de vraag naar mooi of lelijk te gaan.
|
|||
De boom in het schilderij is het belangrijkste beeldelement in het schilderij. Het beslaat het gehele oppervlak van het doek. Deze boom bestaat echt en er kleven voor mij fijne jeugdherinneringen aan. Het is een hoogstam appelboom die in de zomer appels draagt die je niet bij Albert Heijn kunt kopen. Ze zijn heel groen en groot en een beetje zuur. Het zou me niet verbazen dat als er onderzoek gedaan zou worden naar de appelsoort, dat die ene boom nog maar de enige is in zijn soort. Je kunt je dus afvragen waarom die vruchten niet in de supermarkt liggen maar de vruchten die bij Adam in de boom hangen wel. |
![]() |
||
De lokale hoogstam fruitbomen met specifiek streekgebonden soorten verdwijnen langzaam en geruisloos uit het landschap en daarmee komt een rijke culturele traditie tot een einde. Dezelfde geruisloze ontwikkelingen en de daaraan verbonden economische structuren zien we ook in de veeteelt en vleesindustrie. Koeien, varkens en kippen leiden, zoals we allemaal inmiddels wel beseffen, allang geen dierwaardig bestaan meer. Het zijn productie-eenheden die alleen nog maar in termen van economische belangen worden gezien. Als je de schilderijen van Paulus Potter of Albert Cuyp in gedachten neemt dan zie je veerassen die allang niet meer bestaan. Een groot aantal is uitgestorven omdat ze de concurrentiestrijd niet aankonden met bijvoorbeeld de zwart-bonte koe. In het licht van deze historische ontwikkeling binnen onze 'beschaving' is de discussie en nieuwe regelgeving omtrent ritueel slachten des te pijnlijk. Het legt een schaamteloosheid aan de dag waar je koud van wordt. Wetenschappelijke onderzoeken worden in de strijd geworpen om gewicht in de schaal te leggen. Maar iedereen die de wetenschap goed kent weet dat dergelijke onderzoeken niet een historisch perspectief aannemen, niet de zaken in culturele en maatschappelijke processen beschrijven, maar inzoomen op fysiologische data, gefixeerd op een minuscuul tijdselement. Het gehele leven van een dier komt niet ter sprake. En hiermee komt mijns inziens een groteske onnozelheid aan de oppervlakte. Zelfs een meerderheid van het parlement is ermee behept. Nu ben ik niet tegen cultuurkritiek, ook niet waar het andere culturen betreft, maar kritische opvattingen met morele implicaties zonder enig historisch besef van de eigen beschavingsprocessen is stuitend. Zeker als het een kritiek betreft op een eeuwenlange culturele praktijk van minderheden. Het is natuurlijk niet zo dat de wetenschappelijke onderzoeken zinloos zijn en dat ze geen rol zouden mogen spelen in het debat maar het is in mijn ogen eerst aan de desbetreffende minderheden zelf om zich tot deze nieuwste inzichten te verhouden. De hele kwestie is een typisch geval van de splinter en de balk. Maar goed, terug naar het Adamdoek. Het doek is als historiestuk, in zijn opbouw en constructie, ook een uiting van die culturele vergeetachtigheid. Een aspect dat niet gezien is. En als je de titel in ogenschouw neemt dan kun je die parallel ook trekken. Immers Adam wordt in de traditionele christelijke iconografie niet in de boom afgebeeld en ook niet als een Chinees. Tijdens de uitzending van Avro's kunstuur op 9 juli zag je de jury commentaar geven op mijn doek. Wat me opviel aan de reacties is dat ze allemaal, hetzij positief danwel negatief, zeer spontaan en direct waren. Dat was erg leuk om te zien en als kwaliteit van het werk aan te rekenen. Maar wat ook opviel is dat geen van allen het echt goed wist te plaatsen. De discussie die ontstond was inhoudelijk niet erg interessant. Niet dat je dat de jury erg kunt aanrekenen want zij hadden geen enkele achtergrondinformatie. Maar toch lieten ze zich verleiden tot uitspraken met noties als kitsch en kunst met een grote k. Dergelijke discussies zijn meestal bloedeloos en leveren geen nieuwe inzichten op. Eén van de juryleden liet zich wel heel erg merkwaardig uit: ‘Het kan toch niet dat die jongen daar homo-erotisch zit te wezen in de boom?' Of iets in die trant. Kennelijk treed er een blokkade op in de meer intelligentere delen van het brein op het moment dat er een homo-erotisch getinte voorstelling aan de orde is. Tuurlijk ligt een homo-erotische associatie vrij voor de hand maar dat is juist het interessante van het doek. Naast mensenrechten en de emancipatie van vrouwen, is de emancipatie van homo's één van grootste verworvenheden van onze tijd. Mag dat ook zijn iconografische neerslag hebben in de schilderkunst? Je zou je eigenlijk eerder moeten afvragen waarom we niet veel meer van dergelijke voorstellingen kennen in de schilderkunst. Hoe kan het dat bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen nauwelijks sedimenteren in de beeldtaal? Ik denk zelf dat het vooral te maken heeft een grote pre-occupatie met de purificatiemodus in de Nederlandse kunst. De grote meester van dit paradigma Mondriaan vindt, zoals ook de tentoonstelling laat zien, nog steeds een grote schare volgelingen, ondanks dat hij, naar mijn mening, helemaal niet te overtreffen is. In de Volkskrant van 22 juli schaart Marina de Vries het Adamdoek in de categorie 'what you see is what you get'. Gezien het bovenstaande kun je misschien begrijpen dat ik daar helemaal niets van begrijp. Maar een dergelijke opvatting is niet heel vreemd want schrijfster heeft niet de moeite genomen navraag te doen. Buiten dat heeft ze zich niet afgevraagd waarom die Chinese jongen in de boom zit en hoe het komt dat er verschillende vruchten in hangen, toch geen alledaags verschijnsel. Wat ik tot slot maar heb willen zeggen is dat een 'ongewoon' schilderij als 'Adam in de boom van kennis van goed en kwaad' een kunstwerk is dat in hele gewone alledaagse zaken concrete en verhelderende associaties kan opleveren. En dat een dergelijk schilderij aanleiding kan zijn voor een goed gesprek. Dat is toch ook veel leuker dan vage discussies over de grens tussen kitsch en kunst of amateur of professioneel. Eerder genoemde kunstenaar Rousseau was overigens een amateur, maar wie maalt daar om. Het is nog steeds een hele interessante kunstenaar. Johan Wobbes
Reageer hier: johan@wobbes.com. |
|||
![]() |
![]() |
![]() |